Mijn naam is halewijn

en ik wandel graag binnensmonds vloekend door zompig Hollands laagland.

Stichting Tispronix

“Wij zijn een financiële dienstverlener zonder winstoogmerk. We staan waar we voor gaan, is onze leus.”
Aan het woord is Diederik de Veth, klantbeheerder van Tispronix. “We zijn ook geen besloten vennootschap, maar een stichting, en zoals je weet mag een stichting geen winst maken. Alle gegenereerde overwaarde –zo die er al is– gaat naar een goed doel.” Tispronix is gevestigd in een 19de-eeuws kraakpand waarin meerdere kleine bedrijven gevestigd zijn, zoals een ambachtelijke eiersnijder uit halfedelgesteente, een vegetarische glazenier van poppenhuisvensters en een minder valide mimespeelster die gesprekken voert met haar tot gezicht omgetoverde navel.
“De omgeving is in hoge mate creatief en erg stimulerend”, aldus Diederik. “Er vindt hier een soort kruisbestuiving van ideeën plaats, heel anders dan de geijkte brainstormsessies waar het bedrijfsleven patent op schijnt te hebben tegenwoordig, maar wat niets anders is dan even uit de sleur van het kantoorleven breken. In de tijd dat ik werkte bij P.., vonden er om de andere week dit soort sessies plaats, op de meest uiteenlopende plekken, maar de conclusie was altijd: amusement, verstrooiing en vermaak, maar het zet geen zoden aan de dijk.”

De diensten die Tispronix aanbiedt zijn uitermate divers. Paradepaardje is de gelegaliseerde belastingvrije eigengift met koninkrijkskeur, een constructie waarmee de compagnon van De Veth, de heer Frans Verschaalen, in 1997 de befaamde Staatsprijs voor het Pecuniaire Wezen in de wacht heeft gesleept. In het kort komt het ongeveer hierop neer dat de inlegger een project van Tispronix in een van de koninkrijksdelen tijdelijk financieel ondersteunt, waarna zo’n project wordt opgedoekt en het ingelegde geld via Tispronix (na betaling van een zekere courtage) wordt doorgesluisd naar een buitenlandse rekening. Kortom, een ingewikkelde constructie die terecht een staatsprijs heeft gewonnen.
Dit is overigens de enige dienst die speciaal toegesneden is op de grotere draagkracht. Eigenlijk zou je Tispronix het best kunnen omschrijven als een bank van, voor en door de minderbedeelden.
De Veth: “We werven fondsen bij de grote jongens en zetten dat geld in voor kleine initiatieven. Het voordeel van onze situatie is dat we maar heel weinig huur hoeven te betalen en in feite alleen geld kwijt zijn aan de energieboer. We kunnen dus het hele bankvermogen ten dienste stellen van de armlastige gemeenschap.”