Mijn naam is halewijn

en ik wandel graag binnensmonds vloekend door zompig Hollands laagland.

de zwaargewichten

Gewichtige mensen mag ik me graag naakt voorstellen.
Wordt de weidsheid van hun gebaar gedragen door een groot kruis? Komt hun sonore stemgeluid vanonder uit een zware zak? Klopt de paukenslag van hun naar applaus vorsend oog met de breedte van hun borst? En is de dikte van hun gezwollen taal en tong te wijten aan een even stevige worst?
Of is het psychische gewicht alleen maar compensatie voor het zwaar gevoelde gemis aan al dit soort fysieke fundamenten?

Ik speel met deze gedachten terwijl ik de spreker aanhoor en mijn blik laat dwalen over zijn of haar gestalte, hoewel je bij de vrouw weinig gewichtigheid tegenkomt; daar zie je deze ziekte meer in de vorm van koketterie en boezemfibrilleren.
Nee, gewichtigheid is iets typisch mannelijks en stamt uit de tijd dat we nog in holen leefden en met knotsen zwaaiden. Het is dus een heel oude gewoonte, en zoals je weet zijn oude gewoontes het moeilijkst uit te roeien. Daarom heeft men van de gewichtigheid maar een deugd gemaakt en heet die tegenwoordig standvastigheid of karakter of persoonlijkheid.
‘Die en die is een echte persoonlijkheid’ wil eigenlijk zeggen: ‘Pas op, hij lult je de oren van je kop en als je iets wilt terugzeggen, zul je hem eerst knock-out moeten slaan, verdoven met valium en vastbinden op bed, maar ook dan is het nog maar de vraag of hij naar je zal luisteren.’

Gewichtige mensen zijn erg vervuld van zichzelf, zo vervuld dat er gewoon niets meer bij kan. Een gewichtig mens is een tevreden en voldaan mens. Hij twijfelt niet, alles aan hem straalt zekerheid uit. Daarom zijn ze onuitstaanbaar en weerzinwekkend.

Gewichtige mensen zijn een waar wereldprobleem. Goed, er is honger, en oorlog, en watersnoden, modderlawines, aardbevingen en tsoenami’s, maar de plaag van gewichtige mensen komt misschien wel op de eerste plaats van natuurrampen. Het probleem is dat gewichtige mensen zichzelf als een zegen voor de mensheid beschouwen. Hun ijdelheid is blind en doof voor de werkelijkheid, want die zou hen kunnen krenken en kwetsen, in hun ogen onterecht natuurlijk.

Gewichtige mensen hebben altijd gelijk. Ze zijn niet dom, integendeel, ze behoren vaak tot de intelligentsia en het neusje van de zalm op sociaal-cultureel terrein. Ze torenen boven de middelmaat uit en kijken met een zeker dedain neer op de onwetende en minder fijngevoelige massa. Daarin lijken ze op een prachtige bloem die zich losgezongen heeft van het slijk en de zon aanbidt met haar gouden bloemblaadjes, klaar om gesneden te worden door de Grimme Rieper. En dan is het uit.

Dus heb medelijden met de gewichtige mens, want hij weet niet beter. Gniffel een beetje bij het zien van zijn weke buik die hij als de navel van de wereld beschouwt, geef hem gelijk als hij vindt dat Joyce en Beckett de literatuur om zeep hebben geholpen.

Alles is ijdelheid en het najagen van wind.