Mijn naam is halewijn

en ik wandel graag binnensmonds vloekend door zompig Hollands laagland.

groente en Freud

Gisteren hoorde ik een mannelijke klant bij de groenteboer aan de Dorpstraat totaal uit de lucht gegrepen opmerken dat ‘wie zijn vrouw liefheeft, de roede niet moet sparen’. Ik weet niet meer wat de aanleiding was tot deze uitspraak, maar het resultaat was navenant: er woei een warme blos door de zaak waar voor het merendeel vrouwen van middelbare leeftijd aanwezig waren. De uitdrager van de gedachte probeerde er zich van af te maken door te opperen dat het een uitspraak van Nietsje was, om daar even later op terug te komen met te zeggen dat het er een van vrouwenhater Sjopenhouwer was. Kortom, hij wist zich geen houding meer te geven en vluchtte met de staart tussen de benen naar buiten nadat hij zijn Freud had ingekocht.

Het in bovenstaande situatie nogal pikante aforisme kent een andere, minder dubbelzinnige vorm en is noch van Nietsje, noch van Sjopenhouwer, maar stamt uit de bijbel, en wel uit de Spreuken van koning Salomo. Hij geeft hierin weer hoe hij zijn zoon Rehabeam denkt te tuchtigen tot een fatsoenlijk mens: ‘Wie zijn zoon liefheeft, spaart de roede niet’ is het dus eigenlijk. Wat er van die zoon terecht is gekomen, kunnen we ook lezen in het Oude Testament. Het schijnt dat hij tijdens zijn bewind het volk nog hogere belastingen wilde opleggen dan zijn vader vóór hem had gedaan. Of zoals hij het zelf plastisch uitdrukte: ‘Mijn vader kastijdde jullie met geselen, maar ik zal jullie met schorpioenen kastijden.’ Waarna hij de benen moest nemen omdat het volk niet van plan was zijn verkwistende levensstijl te onderhouden.

Hieruit blijkt weer eens te meer dat lijfstraffen zeker geen waarborg zijn voor ontstaan en ontwikkeling van goedheid of een geweten, net zo min als rukken aan een pas ontsproten kasplantje diens groei bevordert. Af en toe een vermanend woord, een terloopse vingerwijzing, een opmonterend schouderklopje, een zachte aai over de bol, oké, maar verder het kind met rust laten en zijn eigenheid laten ontplooien.

De wereld was nog een poosje uit zijn evenwicht nadat de misplaatste bloemlezer de groentezaak verlaten had. Het viel me op dat de blos langer standhield dan ik gedacht had, maar dat zal wel door Eva’s appels en de erfzonde komen.